Kabinet-Marcinkiewicz | ||||
---|---|---|---|---|
Kabinet in Polen | ||||
Premier | Kazimierz Marcinkiewicz | |||
Partij(en) | PiS, later ook Samoobrona en LPR | |||
Start | 31 oktober 2005 | |||
Eind | 14 juli 2006 | |||
Voorganger | Kabinet-Belka II | |||
Opvolger | Kabinet-Kaczyński | |||
Staatshoofd | Aleksander Kwaśniewski (2005) Lech Kaczyński (2005-2006) | |||
|
De regering van Kazimierz Marcinkiewicz was de Poolse regering van 31 oktober 2005 tot 14 juli 2006. Tot 5 mei 2006 was het een minderheidsregering van alleen de partij Recht en Rechtvaardigheid (PiS), daarna traden ook twee kleinere partijen toe die voordien slechts gedoogsteun hadden verleend.
Na de parlementsverkiezingen van 25 september 2005, waarin de linkse partijen een historische nederlaag hadden geleden, lag het aanvankelijk voor de hand dat er een rechtse coalitieregering zou komen van de PiS en het Burgerforum (PO), iets waar beide partijen voorafgaande aan de verkiezingen ook op hadden gezinspeeld. Tijdens de campagne voor de presidentsverkiezingen liepen de spanningen tussen beide partijen echter dermate hoog op, dat de PiS de coalitiebesprekingen liet mislukken en besloot een minderheidsregering te vormen van alleen de PiS met gedoogsteun van twee kleinere en bovendien extremere partijen in de Sejm, de Liga van Poolse Gezinnen (LPR) en Zelfverdediging van de Republiek Polen (Samoobrona). Als premier schoof PiS-leider Jarosław Kaczyński zijn relatief onbekende partijgenoot Kazimierz Marcinkiewicz naar voren; zijn tweelingbroer Lech was op dat moment kandidaat voor het ambt van president en uit peilingen was bekend dat veel Polen enigszins beducht waren om de twee tweelingbroers zowel de premier- als de presidentszetel te laten bezetten.
Het kabinet-Marcinkiewicz werd beëdigd op 31 oktober 2005 en kreeg op 10 november het vertrouwen van de Sejm, met 272 stemmen voor en 187 tegen. Voor stemden naast de regeringspartij en de twee gedoogpartners ook de boerenpartij PSL. Tegen stemden de linkse SLD en het Burgerplatform. Jarosław Kaczyński sprak van een "Vierde Republiek" om aan te geven dat de regering van zijn partij een nieuw begin was in de Poolse geschiedenis. Hij zag dit nieuwe begin vooral in termen van terugdringing van de invloed van oud-communisten en verbetering van de openbare moraal. Zijn broer Lech was inmiddels tot president verkozen en hijzelf was weliswaar geen premier, maar had binnen de regering wel de touwtjes in handen in een constructie die wel "sturen vanaf de achterbank" werd genoemd.
De minderheidsregering van Marcinkiewicz slaagde er niet in een solide parlementaire meerderheid achter zich te krijgen en te houden. Eerst werd duidelijk dat vrijwel geen parlementariërs van Burgerplatform zich lieten verlokken om hun steun te geven aan de nieuwe regering. Samoobrona en de LPR lieten zich op de langere duur ook niet afschepen met hun gedoogrol, zodat Jarosław Kaczyński zich gedwongen zag hen op 5 mei 2006 alsnog op te nemen in een nieuwe meerderheidscoalitie. De leiders van deze partijen, Lepper en Giertych, werden vicepremier en kregen de portefeuille van Landbouw resp. Onderwijs.
Op 7 juli 2006 bood Marcinkiewicz na een conflict met Kaczyński onverwacht het ontslag van zijn regering aan. Drie dagen later trad de voltallige regering af en kwam er een nieuwe regering onder leiding van Jarosław Kaczyński, die qua samenstelling grotendeels een voortzetting was van het kabinet-Marcinkiewicz.