Met romanisme wordt door kunsthistorici een schilderstijl aangeduid van schilders uit de Lage Landen die in de 16e eeuw naar Rome waren gereisd en daar beïnvloed waren door de toonaangevende Italiaanse kunstenaars van die periode, zoals Michelangelo en Rafaël en zijn leerlingen. Bij hun terugkeer introduceerden deze Noordelijke kunstenaars, die aangeduid werden als romanisten, een renaissance-stijl, gebaseerd op wat zij in Rome hadden gezien. De stijl bleef van invloed tot het begin van de 17e eeuw, waarna zij werd verdreven door de barok.[1]
Puttend uit mythologische verhalen introduceerden de romanisten nieuwe thema's in de Noordelijke kunst die appelleerden aan de belangstelling en de smaak van hun klanten met een humanistische opleiding. De romanisten schilderden vooral religieuze en mythologische onderwerpen, veelal met complexe composities en met naakte lichamen die op een anatomisch correcte manier, maar in gekunstelde poses werden weergegeven. Hun stijl komt de moderne toeschouwer in veel gevallen geforceerd en kunstmatig voor, maar zij waren eropuit om moeilijke onderwerpen weer te geven door middel van een worsteling met de vorm.