De 18e dynastie (1550[1]-1292 v.Chr.[2]) is de eerste dynastie van het Nieuwe Rijk na de verdrijving van de Hyksos door Ahmose I die daarmee deze dynastie stichtte.
Het is misschien wel de bekendste van alle dynastieën van het oude Egypte. Naast een aantal van Egyptes machtigste farao's, kende deze dynastie ook zwakkere figuren, zoals Toetanchamon. Diens graf, ontdekt door Howard Carter in 1922, was een van de grootste archeologische vondsten aller tijden, omdat het volledig gespaard was gebleven van grafrovers. De dynastie staat ook wel bekend onder de naam Thoetmosidische dynastie, omdat elk van de vier farao's die onder de naam Thoetmosis regeerden als goede heersers worden beschouwd. Ahmose, haar dochter Hatsjepsoet, en misschien twee andere van een handvol inheemse vrouwen van wie bekend is dat zij tot farao werden gekroond, regeerden tijdens deze periode, net zoals Achnaton (ook wel bekend als Amonhotep IV), de "ketterse farao" die samen met zijn vrouw Nefertiti trachtte de macht te breken van de machtige priesters van Amon-Ra door van Aton de nieuwe oppergod te maken.[3]
De periode waarin deze dynastie regeerde wordt samen met de regeerperioden van de negentiende en twintigste dynastie het Nieuwe Rijk genoemd.