Aartspriester

Russische aartspriester

Een aartspriester was oorspronkelijk (vanaf de vierde eeuw) de priester die aan het hoofd stond van de aan een kathedraal verbonden geestelijkheid. Hij was als dusdanig ook plaatsvervanger van de bisschop voor de uitoefening van de eredienst en de zielzorg (zoals de aartsdiaken voor de uitoefening van het bestuur van een bisdom).

Later berustte bij de aartspriester ook de leiding van de zielzorg in bepaalde centra van het bisdom buiten de bisschopsstad, zodat zijn ambt vrijwel overeenkwam met dat van de tegenwoordige deken.

In de Nederlandse kerkgeschiedenis hebben de aartspriesters een belangrijke rol gespeeld, toen na het wegvallen van het apostolisch vicariaat, het kerkelijk bestuur in de Hollandse Missie van 1727 tot 1853 terugviel op negen aartspriesters, die toen uitgebreide bevoegdheden bezaten.


Developed by StudentB