De term adventief is in de biogeografie een status van een plant, dier of ander organisme. Het gaat om organismen die door toedoen van de mens, maar onopzettelijk, op een nieuwe plaats terechtgekomen zijn, dus niet spontaan of door natuurlijke oorzaken. Van een adventief spreekt men alleen, als de soort zich niet inburgert, in tegenstelling tot een exoot, die juist wel inburgert. Soorten die een tijd adventief voorkomen, kunnen later toch inburgeren, zoals in West-Europa gebeurd is bij de Turkse tortel.
Wanneer deze dieren of planten in het gastland geen predatoren hebben, kan de populatie zo groot worden dat er een behoorlijk ecologisch onevenwicht uit voortkomt. Voorbeelden zijn de Amerikaanse vogelkers, de coloradokever en het konijn in Australië.
Het voorkomen van adventieven kan bij planten en dieren verschillende oorzaken hebben.