Afro-Aziatische talen | ||||
---|---|---|---|---|
Kaart die een indruk geeft van de verspreiding van de Afro-Aziatische talen.
| ||||
Gegevens | ||||
Verspreiding | Midden-oosten, Noord-Afrika, Sahel, Malta en de Hoorn van Afrika | |||
Prototaal | ||||
Onderverdeling | ||||
|
Talen van de Afro-Aziatische taalfamilie worden in grote delen van het Midden-Oosten, de Hoorn van Afrika en Noord-Afrika gesproken. Sommige van deze talen behoren tot de oudste geschreven talen in de wereld, maar de verschillende takken waren al uiteengewaaierd voor het schrift werd uitgevonden.
Hoewel de verwantschap taalkundig wel aantoonbaar is, zijn er daarom weinig kenmerken die alle talen van de groep nog gemeen hebben, hoewel de meeste wel een vrouwelijke uitgang op -t kennen.
In 1876 kwam Friedrich Müller met de hypothese van een Hamito-Semitische taalfamilie, met aan de ene kant de Semitische talen als Hebreeuws, Arabisch en Aramees en in de Hamitische tak talen als Berbers, Egyptisch en Somalisch. Marcel Cohen (1950) verwierp het idee van een aparte 'Hamitische' groep als één geheel tegenover de Semitische. Dat werd bevestigd door het werk van Joseph Greenberg, die in zijn boek The Languages of Africa (1963) de zes subfamilies zoals we die nu kennen onderscheidde, en die tegelijk een nieuwe naam voor de familie voorstelde: Afro-Aziatisch. Die naam is de meest gebruikte tot op heden.