Afslag (archeologie)

gespleten vuursteenknol met verschillende klingachtige afslagen

Een afslag is in de archeologie een basisvorm voor de productie van stenen werktuigen.

Afslagen worden gemaakt uit een groter beginstuk, de kern. Het ruwe stuk bestaat uit hard, bros, meestal zeer SiO2-rijk, amorf of zeer fijnkorrelig gesteente, bijvoorbeeld ryoliet, obsidiaan, kwartsiet of radiolariet, evenals vuursteen, jaspis of chalcedoon, alsook cryptokristallijne varianten van zuiver kwarts en soms ook van macrokristallijn kwarts (bijv. bergkristal). Vanwege hun typische breukgedrag (zogenaamde schelpvormige of conchoïdale breuken) kunnen deze materialen scherpe randen vormen.

De knol (minder vaak plaat) wordt eerst afgeslagen, waardoor een nieuw breukvlak (slagvlak) onder een scherpe hoek met het buitenoppervlak ontstaat. Vervolgens worden er met behulp van een klopsteen of hamer uit deze kern verdere afslagen gemaakt, waarbij het slagpunt zorgvuldig wordt gekozen. Het breukgedrag van het materiaal zorgt enerzijds voor de typische slagkenmerken en maakt het anderzijds mogelijk om de vorm en grootte van de afslag specifiek te beïnvloeden.


Developed by StudentB