Alan Brooke | ||
---|---|---|
Alan Brooke achter zijn bureau, 1942.
| ||
Geboren | 23 juli 1883 Bagnères-de-Bigorre, Frankrijk | |
Overleden | 17 juni 1963 Hartley Wintney, Hampshire, Engeland | |
Rustplaats | Hartley Wintney, Hart District, Hampshire, Engeland[1] | |
Land/zijde | Verenigd Koninkrijk | |
Onderdeel | British Army | |
Dienstjaren | 1902 – 1946 | |
Rang | Field marshal | |
Bevel | Royal School of Artillery (1929-1932) 8th Infantry Brigade (1934–1935) 1e Pantserdivisie (1937) Zuidelijk Commando (1939) II Corps (1939–1940) GHQ Home Forces (1940–1941) Chief of the Imperial General Staff (1941–1946) | |
Slagen/oorlogen | Eerste Wereldoorlog | |
Onderscheidingen | Zie decoraties |
Alan Francis Brooke (Bagnères-de-Bigorre, 23 juli 1883 – Hartley Wintney, 17 juni 1963) was een Britse generaal en veldmaarschalk. Hij was de 1e viscount (burggraaf) van Alanbrooke.
Als bevelhebber van het Britse 2e legerkorps wist Brooke in 1940 door achterhoedegevechten een belangrijke bijdrage te leveren aan de evacuatie van het Brits leger uit Duinkerke. Later in 1940 werd Brooke benoemd tot opperbevelhebber van het Britse thuisleger. Hij kreeg de moeilijke taak de Britse verdediging tegen de verwachte Duitse invasie op te zetten. Eind 1941 volgde Brooke John Dill op als chef van de Britse Generale Staf. In juni 1942 werd Brooke Chief of the Imperial General Staff (CIGS), verantwoordelijk voor het uittekenen van de grote strategie. Hij moest de militaire ideeën van Winston Churchill realiseren of de plannen die niet uitvoerbaar waren uit zijn hoofd praten. Ook met zijn Amerikaanse evenknie George Marshall werkte hij nauw samen.
Op 6 augustus 1942 bood Churchill Brooke het commando aan over de Britse troepen in het Nabije Oosten. Hoewel deze kans om Erwin Rommel te bevechten hem sterk aansprak, bleef hij op post omdat hij meende dat de eerste minister alleen uit was op een meer gewillige CIGS.[2]
Hij ontving veel onderscheidingen waaronder de Amerikaanse Army Distinguished Service Medal.