De ambachtsschool was een schooltype in Nederland en Suriname. In Nederland bestond het van 1865 tot ongeveer 1968.
De ambachtsschool was vanaf 1865 de naam voor een groep scholen voor dagonderwijs, waar werd opgeleid voor ambacht en nijverheid. Dit schooltype was erg populair bij diegenen die voorheen na de lagere school nagenoeg geen mogelijkheid hadden om naar school te gaan. Samen met de verlenging van de leerplicht heeft de ambachtsschool een enorme invloed gehad op de emancipatie van de arbeider en het scholingsniveau in Nederland.
De Maatschappij voor de Werkende Stand stichtte in 1861 in Amsterdam de eerste ambachtsschool van Nederland. De ambachtsschool verzorgde technische opleidingen voor jongens, terwijl de huishoudschool gericht was op meisjes.
Er waren twee-, drie- en vierjarige opleidingen. Ook was het mogelijk om een vierjarige opleiding al na drie jaar te verlaten met een daarbij passend getuigschrift. De ambachtsschool verzorgde opleidingen tot smid, timmerman, meubelmaker, huisschilder, bankwerker, instrumentmaker en elektricien. Ook waren er cursussen koper-, lood- en zinkbewerken, elektriciteitsleer, auto-, motor- en rijwielhersteller. De school koos de opleidingen zodanig dat werd aangesloten bij de behoefte van de toekomstige arbeiders en werkgevers. Ook volwassenenonderwijs werd ingericht.
Bij de invoering van de Mammoetwet, die in werking trad op 1 augustus 1968, is de naam ambachtsschool gewijzigd in Lagere Technische School (lts), een veelal vierjarige opleiding. Sinds 1999 maakt deze soort van onderwijs deel uit van het vmbo, met name de beroepsgerichte leerwegen.