Anna van Oostenrijk | ||
---|---|---|
1601-1666 | ||
Koningin-gemalin van Frankrijk | ||
Periode | 1615-1643 | |
Voorganger | Maria de' Medici | |
Opvolger | Maria Theresia van Oostenrijk | |
Koningin-gemalin van Navarra | ||
Periode | 1615-1620 | |
Voorganger | Maria de' Medici | |
Opvolger | geen | |
Vader | Filips III van Spanje | |
Moeder | Margaretha van Oostenrijk | |
Wapen als koningin van Frankrijk |
Anna van Oostenrijk (Valladolid, 22 september 1601 – Parijs, 20 januari 1666), een dochter van koning Filips III van Spanje uit het huis Habsburg, was koningin van Frankrijk van 1615 tot 1643 en van Navarra van 1615 tot 1620.
Zij was in 1615 gehuwd met koning Lodewijk XIII van Frankrijk, die de feitelijke regering in handen liet van kardinaal de Richelieu. Zij voerde oppositie tegen diens anti-Habsburgse politiek en werd ervan beschuldigd tegen hem te intrigeren en heimelijk te corresponderen met haar broer koning Filips IV van Spanje.
Zij schonk in 1638, dus pas na 23 jaar huwelijk, het leven aan de kroonprins Lodewijk, voor wie zij na de dood van haar echtgenoot van 1643 tot 1651 het regentschap waarnam. Hierbij steunde zij volledig op kardinaal Mazarin, de sluwste van alle hovelingen, wiens Italiaanse afkomst niet altijd in zijn voordeel werkte en met wie zij, eenzaam en als Spaanse gewantrouwd aan het hof, vertrouwelijk bleef omgaan. De politiek van Mazarin leidde tot onvrede en tot de opstand van de Fronde. Mazarin kreeg ook grote invloed op de opvoeding van kroonprins Lodewijk. In 1651 verklaarde zij de 13-jarige Lodewijk meerderjarig, maar nog tot Mazarins dood in 1661 behield zij grote invloed op hem en zijn beleid. Daarna trok zij zich terug in het klooster van Val-de-Grâce in Parijs.