Areca | |||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Betelpalm (Areca catechu) | |||||||||||||||||
Taxonomische indeling | |||||||||||||||||
| |||||||||||||||||
Geslacht | |||||||||||||||||
Areca L. (1753) | |||||||||||||||||
Vrucht | |||||||||||||||||
Afbeeldingen op Wikimedia Commons | |||||||||||||||||
Areca op Wikispecies | |||||||||||||||||
|
Areca is een geslacht behorende tot de palmenfamilie (Palmae of Arecaceae). Het telt een vijftigtal palmen, die voorkomen op beschutte plaatsen in vochtige regenwouden in Zuidoost-Azië, van Maleisië tot de Salomonseilanden.
De bekendste soort is de betelpalm (Areca catechu), de leverancier van de betelnoot.
De vele soorten verschillen sterk in uitzicht :
De vruchten zijn gewoonlijk geel, oranje of rood.
Enkele soorten noten, bekend door hun bittere en scherpe smaak, worden veel gebruikt om op te kauwen, in het bijzonder samen met tabak en kalk, ofwel met bladeren van de betelpeper (Piper betle) en limoen. Deze praktijk komt veel voor bij oudere mensen in Zuidoost-Azië. Het is ook de voornaamste oorzaak van mondkanker in dit gebied.