Atletiek op de Olympische Zomerspelen

Atletiek is een van de sporten die op de Olympische Zomerspelen worden beoefend. Sinds de start van de moderne Olympische Spelen in 1896 staat deze sporttak op het programma.

In 1913 besloot de IAAF dat de Olympische Spelen als wereldkampioenschappen atletiek fungeerden en kende atletiek geen WK. Dit bleef zo totdat de IAAF in 1976 besloot dat de wereldkampioenschappen en de Olympische Spelen apart gevoerd moesten worden.

Het olympisch atletiekprogramma bij de mannen heeft in de beginjaren van de Olympische Spelen een aantal grote wijzigingen ondergaan. Sinds de Spelen van 1928 is het programma ongewijzigd, met uitzondering van de beide onderdelen in het snelwandelen.

Sinds 1928 staat atletiek ook voor vrouwen op het olympisch programma. Aanvankelijk waren er vijf onderdelen, maar langzamerhand is het programma bij de vrouwen gelijk geworden aan dat van de mannen. Met de toevoeging van de 3000 m steeple chase voor vrouwen in 2008 is de 50 kilometer snelwandelen het enige onderdeel dat alleen door de mannen wordt gelopen. Verschillen in onderdelen zijn de 110 m horden bij de mannen versus de 100 m horden bij de vrouwen en de meerkamp; deze wordt bij de mannen in de tienkamp en bij de vrouwen in de zevenkamp beslecht.

Twaalf atletiekonderdelen hebben op alle edities van de Spelen op het programma gestaan. Dit zijn de 100 m, 400 m, 800 m, 1500 m, 110 m horden, hink-stap-springen, hoogspringen, polsstokhoogspringen, verspringen, discuswerpen, kogelstoten en de marathon. Het enige niet atletiekonderdeel dat op alle Olympische Zomerspelen op het programma heeft gestaan is het schermen met de sabel voor heren.


Developed by StudentB