Het atomisme was een filosofische theorie uit de klassieke oudheid, die stelde dat alle stoffen zijn opgebouwd uit ontelbare, minuscule ondeelbare blokjes: atomen, afgeleid van het Griekse a-tomos (on-deelbaar). Leucippus en Democritus volgden deze leer.
Het antieke atomisme speculeerde over wat de fundamentele bouwblokken van de realiteit waren, waar werkelijk alles uit zou bestaan. De klassieke atomisten stelden dat deze bouwblokken intens kleine objecten waren. Een van de belangrijkste stellingen van het atomisme was, dat als er enkel atomen bestaan, er eigenlijk geen materiële objecten buiten de atomen om bestaan (enkel informatie en informatiedragers). Dit betekent dat lichamen, wolken, planeten, niet werkelijk zouden bestaan; in ieder geval niet in de vormen waarin de mens deze met zijn zintuigen waarneemt. Deze stelling is het metafysisch nihilisme. Deze uiterste consequentie van het atomisme werd besproken door atomisten als Democritus, Hobbes en misschien zelfs Kant, al is het niet zeker of Kant zelf een atomist was.