Een baljuw was een ambtenaar die tijdens het ancien régime de vorst vertegenwoordigde in landelijke gebieden en in sommige gevallen in steden. De benaming werd hoofdzakelijk in Noord-Frankrijk, Vlaanderen, Henegouwen, Holland en Zeeland gebruikt. Het rechtsgebied van de baljuw werd het baljuwschap genoemd.
In andere gewesten voerden soortgelijke functionarissen de titel van drossaard (hertogdom Brabant en Graafschap Loon), in Franstalige manuscripten bailli genoemd. En ook landdrost, Amtmann (Heilige Roomse Rijk), amman (Brussel), meier (Brabant, onder andere Leuven, Asse) en schout (Brabantse steden, onder andere Antwerpen, 's-Hertogenbosch, Turnhout).