Het Baronies is het Brabantse dialect dat gesproken wordt in grofweg de baronie Breda. Volgens de indeling van het Brabants die het Woordenboek van de Brabantse Dialecten hanteert, omvat het Baroniese taalgebied ook het gebied rond Hoogstraten, Brecht, Wuustwezel, Nieuwmoer, en Rijkevorsel in de Belgische Noorderkempen, al moet het traditionele dialect hier sterk de concurrentie van het Antwerps ondervinden. In het noorden van de baronie spreekt men Markiezaats.
Samen met het (groot-)Antwerps en het Markiezaats vormt het Baronies het Noordwest-Brabants. Dit is een groep Brabantse dialecten die hun vorm te danken hebben aan het Antwerps. Toen door gevechtshandelingen tijdens de Tachtigjarige Oorlog Noordwest-Brabant grotendeels ontvolkt raakte hebben veel Antwerpenaren zich in het gebied gevestigd. Bovendien zorgt het prestige van deze stad al eeuwenlang voor een diepgaande invloed in de taal van de omringende gebieden.
Kenmerken die het Baronies met de andere dialecten uit de noordwestelijke groep deelt zijn:
Het Baronies onderscheidt zich van het Markiezaats door
Het onderscheidt zich van het Antwerps door
Over de dialectconservering in de Baronie is niet al te veel bekend. Uiteraard gaat ook hier het dialect achteruit, en wel het snelst in de steden. Het is nog niet zeer lang geleden dat het Bredaas dialect nog stevig verankerd was in de Bredase samenleving; thans leeft het vooral in volksbuurten en onder de oude generatie. De dialecten worden vooralsnog bijna alleen met carnaval opgeschreven. Beroemd werd de "leergang" Eej Kul van de Bredase "paoters Terrepetijn OH en Saggerijn OW".