Beda | ||||
---|---|---|---|---|
Beda scherpt zijn pen
(1143/78), miniatuur in een codex met zijn homilieën over de evangelies, cod. 47, Stiftsbibliothek Abdij Engelberg | ||||
Geboren | 672 te Jarrow | |||
Gestorven | 735 te Jarrow | |||
Naamdag | 25 mei | |||
Lijst van christelijke heiligen | ||||
|
Beda, Baeda of Bede, bijgenaamd Venerabilis (de eerbiedwaardige; in het Engels veelal Saint Bede of the Venerable Bede) (Northumbria, 672 of 673 ‒ Jarrow, 25 mei 735) was een Angelsaksische monnik, die in de zusterabdijen van Sint Peter en Sint Paulus in respectievelijk Monkwearmouth (een deel van het huidige Sunderland) en Jarrow leefde. Beide plaatsen lagen toen in het koninkrijk Northumbria en liggen nu in het noordoosten van Engeland.
Behalve als monnik is hij vooral bekend als Bijbelgeleerde, geschiedschrijver en heilige. Zijn beroemdste werk, Historia ecclesiastica gentis Anglorum (Kerkelijke geschiedenis van het Engelse volk) leverde hem de titel op van "vader van de Engelse geschiedschrijving". Beda was een bekwaam linguïst en vertaler. Zijn werk maakte de in het Latijn en Grieks geschreven boeken van de vroege kerkvaders toegankelijker voor zijn landgenoten. Zo heeft hij in aanzienlijke mate bijgedragen aan het Engelse christendom. Beda's klooster had de beschikking over een door Benedict Biscop uit Rome geïmporteerde bibliotheek, met daarin onder meer werken van Eusebius en Orosius.
In 1899 werd Beda door paus Leo XIII tot kerkleraar verheven.[1] Zijn naamdag valt in de Rooms-Katholieke Kerk op 25 mei en in het bisdom Groningen op 24 mei.