Bewustzijn is het geestesvermogen dat het individu in staat stelt de buitenwereld waar te nemen en te verwerken,[1] oftewel een beleving of besef te hebben van het eigen ik, ingebed in zijn omgeving.[2]
Het individuele bewustzijn verwerkt opgedane zintuiglijke indrukken van de natuurlijke omgeving, van mensen, van voorwerpen, en reflecteert op de emoties, gedachten of behoeften die bij het individu door deze indrukken worden opgeroepen. Het bewustzijn is het weten of ervaren van wat er zintuiglijk en cognitief in het eigen ik omgaat, met eventueel het vermogen om daarover te communiceren. Andere begrippen die met het begrip 'bewustzijn' worden geassocieerd, zijn: waakzaamheid, geestesgesteldheid, arousal, gevoel, intentionaliteit, geheugen, geweten en begrijpen.[3]
De filosofie van de geest poogt het concept 'bewustzijn' nader te definiëren. Dit filosofische vakgebied onderzoekt het lichaam-geestprobleem, dat wil zeggen de nog niet opgehelderde wisselwerking tussen hersenactiviteit en bewustzijnservaring. Ook een vraag als of, en in hoeverre, er sprake is van bewustzijn bij dieren en bij kunstmatige intelligentie, houdt de filosofie, biologie, neurologie en psychologie bezig.[bron?]
Er bestaan daarnaast verschillende metafysische standpunten met betrekking tot het bewustzijn, met name het dualisme en het monisme. Het monisme is sinds de eerste helft van de 20e eeuw sterk in opkomst. Ook zijn er oosterse stromingen die het bewustzijn proberen te verklaren.
Mede dankzij technologische ontwikkelingen is er vanaf 1980 sprake van sterk toegenomen wetenschappelijk onderzoek naar het bewustzijn binnen vooral de psychologie en de geneeskunde. De term 'bewustzijn' vervangt in de wetenschap en de filosofie de wetenschappelijk verouderde termen 'ziel', 'geest' en 'psyche'.
Het bewustzijn wordt door de psychologische wetenschap onderverdeeld in een uitwendig (naar buiten gericht) leven: gedragingen met betrekking tot andere mensen en de omgeving, en een inwendig (naar binnen gericht) leven: de individuele gedachten of gevoelens. De psychologie onderzoekt wijzigingen/beperkingen van het normale bewustzijn, veroorzaakt door psychische aandoeningen, hersenletsel of druggebruik. Dit onderzoek betreft met name de experimentele psychologie, de neuropsychologie en de cognitieve psychologie.
In de geneeskunde is de beoordeling van het bewustzijn praktisch gericht op genezing. Het gaat daarbij om de mate waarin iemand al of niet bij bewustzijn is, bij bewustzijnsstoornissen als coma of locked-in-syndroom, of bij verwardheid of een delier.
De cognitieve neurowetenschap is erin geslaagd toetsbare verklaringsmodellen op te stellen van de 'neurale correlaten van bewustzijn': het wetenschappelijk aantoonbare verband tussen neurologische activiteit in de hersenen en het bewustzijn.[4]
Omtrent de evolutionaire ontwikkeling en oorsprong van het bewustzijn bestaan diverse wetenschappelijke opvattingen. Zo zijn er binnen uiteenlopende natuurwetenschappelijke disciplines als de kwantummechanica, het elektromagnetisme en de wiskundige natuurkunde noëtische (wetenschappelijk-intuïtieve) verklaringsmodellen of hypothesen over het bewustzijn voorhanden. Ook verschillende spirituele, esoterische en religieuze stromingen definiëren het bewustzijn ieder op hun eigen manier.