Bliksem of weerlicht is een elektrische ontlading in de atmosfeer die gepaard gaat met donder. De ontlading kan optreden doordat een groot potentiaalverschil is opgebouwd door ladingscheiding. Deze ladingscheiding kan optreden in onweersbuien, maar ook bij vulkaanuitbarstingen. Ziet men alleen een lichtverschijnsel in of tegen een wolk, als gevolg van een bliksemontlading die door de aanwezigheid van wolken niet rechtstreeks kan worden waargenomen en waarvan de donder niet hoorbaar is door de grote afstand, dan spreekt men van weerlicht.
Over de hele aardbol zijn er op elk willekeurig moment naar schatting ongeveer 1800 onweersbuien actief[1] en bliksemt het elke seconde gemiddeld 50 tot 100 keer.[2]
Er zijn verschillende vormen van bliksem, waarbij wel drie hoofdsoorten worden onderscheiden:
Als vierde type wordt soms ook wolk-lucht (cloud-to-air, CA) onderscheiden. Ook aarde-wolk (ground-to-cloud, GC) wordt wel genoemd, maar deze is ook vaak bij CG ondergebracht.
Intrawolkbliksem is meestal niet direct zichtbaar, maar alleen als het oplichten van de buienwolk, het weerlicht. Dit is de meest voorkomende soort bliksem. Bij wolk-aardebliksem zijn de bliksemschichten echter veel beter zichtbaar en daarmee bekender.
Bliksem is gevaarlijk. Het is dan ook raadzaam om bescherming te zoeken, zeker wanneer het onweer dichtbij is en de tijd tussen bliksem en donder minder dan 10 seconden bedraagt. Het gevaar om persoonlijk door de bliksem getroffen te worden is relatief gering, maar de gevolgen kunnen ernstig zijn. Elk jaar worden in Nederland een of twee mensen dodelijk door de bliksem getroffen.[3] Vroeger lag dit aantal nog veel hoger. Honderd jaar geleden bijvoorbeeld werden er in Nederland gemiddeld zo'n 20 mensen per jaar dodelijk getroffen.
De laatste jaren is meer bekend geworden over zogenoemde sprites, ontladingen die hoog boven onweerswolken kunnen optreden.