De bronsttijd of het paarseizoen (oestrus) is een periode waarin dieren een drang hebben om te paren. Dit wordt veroorzaakt door hormonale veranderingen in het lichaam van het dier. De bronsttijd van een diersoort begint met het vruchtbaar worden van het wijfje. Het mannetje reageert hierop. Bij zowel mannelijke als vrouwelijke dieren zijn tijdens de bronsttijd vaak veranderingen in gedrag, geur en uiterlijk waar te nemen.
Mannelijke dieren gedragen zich agressiever door een verhoogde hoeveelheid testosteron in hun bloed, waardoor zij beter in staat en meer geneigd zijn om te rivaliseren met andere mannetjes. Andere mannetjes zullen agressief benaderd en bevochten worden.
Vrouwtjes worden onrustiger en zullen, als zij solitair leven, geursporen uitzetten zodat een partner haar op het spoor kan komen. Vrouwelijke dieren die in groepen leven zoeken actief toenadering tot de dominante mannetjes. De bronst van het vrouwtje eindigt als zij bevrucht is. Meestal is zij dan niet langer seksueel interessant voor partners of zal ze mannetjes fel afweren.
In de periode dat een vrouwelijk dier jongen zoogt, wordt zij niet bronstig. Mannelijke leeuwen die een troep leeuwinnen overnemen van een oudere of verzwakte rivaal, doden de zogende welpen, zodat de leeuwinnen opnieuw bronstig worden en met hen willen paren. Dit heeft tot gevolg dat alle welpen hun eigen nakomelingen zijn.
Bronstige dieren hebben meestal weinig belangstelling voor voedsel en de bronsttijd is meestal een behoorlijke aanslag op hun conditie.