Buis van Eustachius

1. schedel, rotsbeen
Buitenoor: 2. gehoorgang 3. oorschelp
Middenoor: 4. trommelvlies 5. ovaal venster 6. hamer
7. aambeeld 8. stijgbeugel 12. buis van Eustachius
Binnenoor: 9. labyrint 10. slakkenhuis 11. gehoorzenuw

De tuba auditiva[1] of buis van Eustachius[2] verbindt de nasofarynx (boven in de neus-keelholte, bij de neusamandel) met het middenoor. De buis is 3 à 4 cm lang. De wanden van deze slappe buis liggen tegen elkaar aan. Bij slikken en geeuwen gaat de buis even open, door het aanspannen van de musculus tensor veli palatini. Hierdoor wordt er lucht aan- of afgevoerd. Zo houdt de buis van Eustachius de luchtdruk aan weerskanten van het trommelvlies gelijk. De buis van Eustachius ontwikkelt zich uit de kieuwbogen die bij alle embryo's van gewervelden aanwezig zijn.

De naamgever voor de buis van Eustachius was de Italiaanse anatoom Bartholomeus Eustachius.

  1. His (1895). Die anatomische Nomenclatur. Nomina Anatomica. Der von der Anatomischen Gesellschaft auf ihrer IX. Versammlung in Basel angenommenen Namen. Leipzig: Verlag von Veit & Comp.
  2. Kloosterhuis, G. (1965). Praktisch verklarend zakwoordenboek der geneeskunde (9de druk). Den Haag: Van Goor Zonen.

Developed by StudentB