De cassetterecorder is een geluidsrecorder die gebruikmaakt van een muziekcassette om geluidsopnames te maken en af te spelen. Het was een gebruiksvriendelijker en compacter alternatief voor de grotere bandrecorder. Net als de bandrecorder gebruikte de cassetterecorder magnetische band als gegevensdrager, alleen zat deze band bij de muziekcassette samen met de spoelen in een plastic houder, wat gebruik en vervoer gemakkelijker maakte. Dit bracht het opnemen en weergeven van geluid naar de grote massa. Voor de komst van de cd-r was het cassettebandje het meest gebruikte medium om thuis muziek mee op te nemen.
In de jaren 1960 bedacht en ontwikkelde Philips de cassetteband en -recorder in zijn vestiging in Hasselt. De cassettespeler kon alleen weergeven en was tot in de jaren 1990 het primaire afspeelapparaat in auto's. Het cassettedeck kon ook opnemen. De cassetterecorder had daarbovenop voor het weergeven een eigen versterker en eigen luidsprekers en vaak voor het opnemen eigen microfoons. De radiocassetterecorder had een ingebouwde radio, waarvan deze direct opnames kon maken, zonder microfoon of aansluitsnoer. Eerst werkten cassetterecorders alleen in mono, later werd stereo de standaard. Veel cassetterecorders werkten ook op batterijen, waardoor buiten en onderweg naar muziek luisteren bereikbaar werd voor velen. Tijdens de jaren zeventig kwamen er steeds grotere en krachtigere cassetterecorders op de markt, wat eindigde bij de gettoblaster.
De cassetterecorder had grote invloed op de muziekindustrie. Zo konden muzikanten sneller en eenvoudiger een demo maken. En zo werd de gettoblaster onmisbaar bij breakdance.
De cassetterecorder was een voorloper en inspiratiebron voor de Walkman.