China | |||||
---|---|---|---|---|---|
Kledingsponsor | Nike | ||||
FIFA-ranglijst | 88 (20 juni 2024) | ||||
Hoogste ranking | 37e (december 1998) | ||||
Laagste ranking | 109e (maart 2013) | ||||
Associatie | Chinese voetbalbond | ||||
Bondscoach | Li Tie | ||||
Stadion | Arbeidersstadion, Peking | ||||
Meeste interlands | Li Weifeng (112) | ||||
Topscorer | Hao Haidong (41) | ||||
Wedstrijden | |||||
Eerste interland: Filipijnen 2–1 Republiek China (Manilla, Filipijnen; 4 februari 1913) Grootste overwinning: China 19–0 Guam (Ho Chi Minhstad, Vietnam; 26 januari 2000) Grootste nederlaag: Brazilië 8–0 China (Recife, Brazilië; 10 september 2012) | |||||
Wereldkampioenschap | |||||
Optredens | 1 (eerste keer: 2002) | ||||
Beste resultaat | Eerste ronde | ||||
Aziatisch kampioenschap | |||||
Optredens | 10 (eerste keer: 1976) | ||||
Beste resultaat | Tweede (1984, 2004) | ||||
|
Het Chinees voetbalelftal is een selectie van voetballers die de Volksrepubliek China vertegenwoordigt bij verschillende soorten interlandwedstrijden, zoals (kwalificatie)wedstrijden voor het wereldkampioenschap voetbal en het Aziatisch kampioenschap voetbal. China speelt thuisinterlands doorgaans in het Arbeidersstadion te Beijing, al worden ook stadions in andere steden gebruikt. De Italiaan Marcello Lippi werd in 2016 aangesteld als bondscoach.
In 1913 speelde China zijn eerste (officieuze) interland tegen de Filipijnen op de Spelen van het Verre Oosten, de eerste kennismaking voor China met het interlandvoetbal. Tien jaar later ondernamen de Chinezen een tournee naar Australië, waarmee ze voor het eerst voetbal speelden tegen elftallen verder van huis. De landelijke voetbalbond werd een jaar later opgericht en in 1931 volgde aansluiting bij de mondiale voetbalbond FIFA. In 1957 werd de eerste interland onder auspiciën van de FIFA gespeeld, een kwalificatiewedstrijd voor het WK 1958. Vanwege het geopolitieke conflict betreffende de status van Taiwan verbrak China al snel weer de banden met de FIFA, wat duurde tot eind jaren 80. De Culturele Revolutie had ondertussen in de periode van 1966 tot 1976 ook op sportgebied een spoor van vernieling achtergelaten.
China nam in 1976 voor het eerst deel aan het Aziatisch voetbalkampioenschap en eindigde het toernooi als derde. Sindsdien miste het geen enkele editie. China won nog nooit, maar bereikte wel tweemaal de finale: in 1984 en in 2004. Het toernooi van 2004 vond plaats in eigen land en stond vooral in het teken van de vele anti-Japanse ongeregeldheden die plaatsvonden. In 2002 maakte het Chinees elftal zijn debuut op het wereldkampioenschap voetbal, na eerder onsuccesvol te zijn geweest in zes kwalificatietoernooien. Verder dan de groepsfase kwam China niet. Een jaar na de eerste deelname aan het wereldkampioenschap nam China deel aan de eerste editie van het Oost-Aziatisch kampioenschap, dat elke twee of drie jaar wordt georganiseerd. Zowel in 2005 als in 2010 werd het toernooi gewonnen; in 2013 en in 2015 eindigde het nationaal elftal op de tweede plaats.
De verdediger Li Weifeng speelde 112 interlands tussen 1998 en 2011 en is thans recordinternational van het Chinees voetbalelftal. Naast Li zijn er nog drie andere spelers die meer dan honderd interlands speelden, waaronder Zheng Zhi, die in juni 2018 zijn honderdste wedstrijd voor China speelde. Een andere honderdvoudige speler, Hao Haidong, is de nationale topscorer. In 106 interlands maakte hij 41 doelpunten (1992–2004).