Een crisis (meervoud: crises) is een zware noodsituatie waarbij het functioneren van een stelsel (van welke aard dan ook) ernstig verstoord raakt.
Het woord 'crisis' heeft in de dagelijkse spraak een negatieve lading. Van oorsprong is de term echter neutraal. Etymologisch komt het voort uit het (oud)Griekse werkwoord κρινομαι (krinomai) met de betekenissen scheiden, schiften, onderscheiden, beslissen, beslechten, richten en oordelen. Zo bezien, is een crisis een 'moment van de waarheid', waarop een beslissing moet worden genomen die van grote invloed is op de toekomst.
In het verleden was bij ernstige ziekte en de toen nog gebrekkige medische mogelijkheden, bijvoorbeeld bij een longontsteking, de 'crisis' het moment waarop de koorts, meestal in de nacht, een hoogtepunt bereikte en het de vraag was of de patiënt de ochtend wel zou halen.
In 2022 is het woord crisis in het Nederlands sterk aan inflatie onderhevig.[1] Allerlei maatschappelijke en milieuproblemen, zelfs als die meerdere jaren duren, worden aangeduid met crisis, zoals klimaatcrisis, stikstofcrisis, coronacrisis en kredietcrisis.