Cystidium

Hymeniumcystidiën met kristallen
Verschillende cystidiën: A) dunwandig, B) dikwandig; 1) vingervormig vertakt (diverticulaat), 2) kegelvormig (lecythiform), 3) flesvormig (lageniform), 4) peervormig (piriform), 5) met haken (Pluteus sect. Pluteus), 6) kristaldragend (metuloïd)
Metuloïd-type cystidium van een Inocybe-soort, gekleurd met congorood.

De cystidia of cystiden zijn opvallende, steriele cellen, die tussen de basidiën van het hymenium van schimmels met lamellen kunnen voorkomen. Ze komen echter ook voor op de rand van de steel en op de bovenkant van de hoed, waar ze meer of minder uit het weefsel steken. Het voorkomen en de vorm zijn voor het op naam brengen van de schimmel vaak doorslaggevend.

Afhankelijk van de plaats waar ze voorkomen worden cheilo-, pleuro-, pileo- en caulocystidia onderscheiden. De eerste twee worden hymeniaalcystidia en de laatste twee dermatocystidia genoemd. Chryso-, gleo-, pseudo- en leptocystidia worden naar plaatsafhankelijke criteria onderverdeeld.[1]

De echte cystidia groeien aan het subhymenium. Degenen die dieper uit het trama ontstaan worden pseudocystidia genoemd.

  1. Thomas Flammer: Pilzlexikon. Mikroskopie: Zellstrukturen und Zystiden. Op: giftpilze.ch. 24.  Oktober 2010. Geraadpleegd op 16 januari 2020. (PDF; 924 kB)

Developed by StudentB