Cytochromen zijn eiwitten die een centrale rol spelen in de energiestofwisseling van levende cellen. Ze katalyseren een aantal belangrijke redoxreacties in de elektronentransportketen, het proces waarbij cellen stapsgewijs energie verkrijgen uit voedingsstoffen. Cytochromen kenmerken zich door hun ijzer-bevattende heemverbinding. Het ijzeratoom heeft een variabele oxidatietoestand: het kan elektronen opnemen en afstaan aan een volgend eiwit.[1]
In tegenstelling tot de kleurloze atomen H, C, N en O die de bouwstenen zijn van vrijwel alle biologische moleculen, zijn de ionen van overgangsmetalen vaak gekleurd. Omdat cytochromen ijzer bevatten, werden ze al in 1884 met behulp van spectroscopische technieken ontdekt. In de jaren 1920 noemde de bioloog David Keilin deze gekleurde eiwitten 'cellulaire pigmenten', oftewel cytochromen.[2]
Cytochromen worden op basis van hun heemgroepen ingedeeld in vier klassen: cytochroom a, cytochroom b, cytochroom c en cytochroom d. Deze klassen kunnen worden onderscheiden door hun karakteristieke absorptiespectra. In biochemische literatuur worden soms ook andere classificaties gehanteerd, zoals cytochroom o of de aparte groep cytochroom P450.