Donativum (meervoud: donativa), is een geldsom die door de Romeinse staat werd uitbetaald aan bepaalde groepen bij speciale gelegenheden. Deze gelegenheden konden zijn troonsbestijging, overwinningen, voltooiing van grote bouwprojecten, e.d.
Het woord donativum is afgeleid van het Latijnse donum (=gift). Oorspronkelijk was het donativum een extra gift aan de Romeinse soldaten. Tijdens de republikeinse periode werden deze betalingen gemaakt uit de oorlogsbuiten. Vanaf Gaius Iulius Caesar Octavianus (Augustus) komt hier verandering in en werden de donativa door de keizers uit de staatskas betaald en hebben zodoende waarschijnlijk sterk bijgedragen aan de inflatie. Tijdens de keizerperiode behoorde het volk ook tot de doelgroepen.
Als voorbeeld hier alle officiële donativa van keizer Antoninus Pius:
De donativa werden ook gebruikt als belangrijke propagandamiddelen en bij ieder donativum werden dan ook speciale munten uitgegeven om dit te herdenken.
De pretoriaanse garde kwam bij bepaalde gelegenheden eveneens in aanmerking voor donativa, in het bijzonder bij de troonsbestijging van een keizer of als speciale acties met succes waren volbracht - inclusief liquidaties. Een precedent werd geschapen door Claudius die een speciaal donativum beloofde aan de pretoriaanse garde aan wie hij zijn keizerschap te danken had. Latere keizers hadden vaak weinig andere keus dan dit voorbeeld te volgen.
Er zijn talloze voorbeelden te vinden, dit zijn slechts enkele van de beruchtste: