Het doopsel of de doop is binnen het christendom het sacrament (Mysterie in Orthodoxe Kerk) van de christelijke initiatie. De dopeling wordt overgoten met doopwater of erin ondergedompeld. Daarbij wordt vaak de doopformule uitgesproken: "Ik doop u in de naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest", volgens Mattheüs 28:19. Door de doop noemt men zich christen; volgeling van Christus, maar volgens anderen moet men christen zijn voordat men gedoopt kan worden, omdat de doop volgt op bekering. In sommige protestantse gemeenten geeft de doop toegang tot de andere sacramenten, zoals het avondmaal.
Het doopsel wordt wederzijds door verschillende grote kerkgenootschappen erkend.[1]