Deutsche Demokratische Republik | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|
| ||||||
| ||||||
Kaart | ||||||
1949-1990 | ||||||
Algemene gegevens | ||||||
Hoofdstad | Oost-Berlijn (de facto) | |||||
Oppervlakte | 108.178 km² | |||||
Bevolking | 17 miljoen in 1989 | |||||
Talen | Duits (Sorbisch als regionale taal) | |||||
Religie(s) | Protestant, Katholiek | |||||
Nat. feestdag | 7 oktober Dag van de Republiek | |||||
Volkslied | Auferstanden aus Ruinen | |||||
Munteenheid | Oost-Duitse mark | |||||
Regering | ||||||
Regeringsvorm | Volksrepubliek | |||||
Staatshoofd | Voorzitter van de Staatsraad | |||||
Geschiedenis | ||||||
- Ontstaan DDR | 7 oktober 1949 | |||||
- Duitse hereniging | 3 oktober 1990 |
Staatkundige geschiedenis van Duitsland |
|
Kelten Frankische Rijk (5e eeuw-843) Rijnbond (1806-1813) Duitse Rijk Naoorlogs Duitsland
Duitse hereniging (1990) Duitsland (1990-heden) |
|
Portaal Duitsland Portaal Geschiedenis |
De Duitse Democratische Republiek (Duits: Deutsche Demokratische Republik, DDR), ook wel Oost-Duitsland genoemd,[1] was een communistisch land in Europa. Het land ontstond in 1949 in het door de Sovjet-Unie bezette deel van het verslagen Duitsland. Officieel bestond de DDR van 7 oktober 1949 tot 3 oktober 1990, de dag van de Duitse hereniging. Die dag werden de DDR en de Bondsrepubliek Duitsland tot één land, het tegenwoordige Duitsland, herenigd. De oude deelstaten die in 1952 waren afgeschaft werden hersteld.
Voor de Sovjet-Unie, die dit gebied in 1944/1945 als bezettingszone kreeg toegewezen, was de DDR strategisch belangrijk. Een volksopstand in 1953, waarbij West-Berlijn niet louter neutraal toekeek, werd door Sovjettroepen neergeslagen. Dit ontmoedigde nieuwe pogingen tot verzet. Vanaf de tweede helft van de jaren zeventig tot de vreedzame revolutie in najaar 1989 bestond een ondergrondse oppositie. In de DDR was grondwettelijk bepaald dat de Sozialistische Einheitspartei Deutschlands SED, de communistische partij, de feitelijke machthebber was en niet de formele staatsorganen, zoals de regering. Oppositieleden werden door de Stasi gevolgd en vaak ook vervolgd.
In de praktijk fungeerde Oost-Berlijn als hoofdstad van de DDR. Vanaf 1976 golden de wetten van de DDR onverkort ook voor Oost-Berlijn. Volkenrechtelijk gezien was Berlijn, Oost en West, een stad die onder het gemeenschappelijk bestuur van de vier bezettingsmachten stond.[2]
Alle bedrijven waren in handen van de staat, in de vorm van een Volkseigener Betrieb (VEB). De socialistische staat bepaalde de productie alsmede de prijzen. Regelmatige tekorten aan goederen en de slechte kwaliteit waren hiervan het gevolg (planeconomie). Dit leidde tot grote ergernissen onder de DDR-bevolking (lange wachtrijen voor de winkels).[3][4] Omdat West-Duitsland de DDR niet als zelfstandige staat erkende, werden vluchtende Oost-Duitsers als staatsburgers geaccepteerd en kregen zij automatisch een West-Duits paspoort. Het DDR-regime besloot vanaf 1952 daarom de grens met de Bondsrepubliek af te grendelen met levensbedreigende versperringen. Om een grootscheepse Republikflucht (vlucht van burgers naar West-Duitsland) te voorkomen via de nog open grens met West-Berlijn, werd vanaf 13 augustus 1961 ook het laatste ontsnappingsgat afgesloten: de bouw van de beruchte Berlijnse Muur. De grens tussen de beide Duitslanden werd als onderdeel van het IJzeren Gordijn verder versterkt en nog strenger bewaakt. Daarna liet het regime bewoners uit West-Duitsland maar mondjesmaat toe. De meeste burgers in de DDR konden wel West-Duitse radio- en televisiezenders ontvangen. Zo wisten ze hoe het leven in het Westen was; alleen in de regio Dresden, tegen de Poolse grens aan, was de ontvangst van westerse zenders niet of nauwelijks mogelijk.
Toen onder de Russische partijleider Michail Gorbatsjov vanaf 1985 de Sovjet-Unie zelf met hervormingen begon, (glasnost en perestrojka), putten veel burgers in de DDR hier nieuwe moed uit. Zij durfden zich via de kerken openlijk te verzetten. In de zomer van 1989 vluchtten duizenden via Hongarije de DDR uit. In september volgden vluchtelingen via de West-Duitse ambassade in Praag. In het najaar gingen tienduizenden de straat op, met name in Leipzig, maar ook in andere steden. De Muur viel op 9 november 1989. Minder dan een jaar later volgde de Duitse hereniging.