Eerstgeboorterecht

Het eerstgeboorterecht of primogenituur is het, bij verschillende volkeren en tradities voorkomende, recht van het oudste kind (meestal zoon) op de gehele erfenis of een groter deel van de erfenis dan jongere kinderen. Het is vooral van belang bij een troonopvolging waarin het oudste kind de eerste in lijn van opvolging is.

Het recht heeft als voordeel ten opzichte van een proportionele verdeling van de erfenis dat het versplintering van landbouwgronden en andere eigendommen tegengaat. Dit heeft ook een nadeel: er is geen proces van geleidelijke herverdeling. In de middeleeuwen was het voortdurende adellijke monopolie op landbouwgrond de belangrijkste reden van het stagneren van de rurale economie, en dus van de ontstellende armoede onder horigen.[1]

  1. Adam Smith (1776) The Wealth of Nations Book 3 chapter 2 "Of the Discouragement of Agriculture in the Ancient State of Europe after the Fall of the Roman Empire. "

Developed by StudentB