St Michael's Mount bij eb |
Dit eiland bij Hensbroek werd in 1951 beschouwd als het kleinste van Nederland |
Een eiland is een stuk land dat geheel omringd is door water. Er wordt onderscheid gemaakt tussen natuurlijke en kunstmatige eilanden. Volgens de definitie van de UNCLOS - het VN Zeerechtverdrag - is een eiland een natuurlijk gevormd landoppervlak dat omringd is door water, en dat bij hoogwater nog boven water is.[1] Een eiland is kleiner dan een continent. Ter onderscheid met een continent geldt dat de invloed van de zee in het midden van het eiland nog merkbaar is. Een zandbank is geen eiland, omdat deze landoppervlakte onder water kan komen.
Voor een kunstmatig eiland wordt ook de definitie gehanteerd dat het bij hoog water boven het water uitsteekt.[2] Een polder - ook vaak omgeven door water, de boezem - is dus geen kunstmatig eiland.
Het is algemeen geaccepteerd dat Groenland (met een oppervlakte van 2.166.086 km²) het grootste eiland ter wereld is.[3] Australië wordt gezien als een continent. Zou het land als een eiland gezien worden dan zou het met een oppervlakte van 7.686.850 km² het grootste eiland ter wereld zijn. Het grootste eiland in een meer is Manitoulin in het Huronmeer. Het grootste riviereiland is Majuli in de Brahmaputra.
Eilanden kunnen ontstaan door vulkanische activiteiten, sedimentatie en biologische activiteiten, zoals koraalgroei.
In dynamische milieus als de Waddenzee ontstaan (door sedimentatie) en verdwijnen (door erosie) geregeld eilanden. Een eiland mag daar zo heten als minimaal 160 hectare grond droog blijft staan bij een gemiddelde hoogwaterstand van de Noordzee. Sinds 2003 zijn de voormalige zandplaten Kachelotplate (Duits) en Noorderhaaks (Nederlands, wordt ook wel Razende Bol genoemd) beide een waddeneiland.[4][5]