Het Engels (English) is een Indo-Europese taal, die vanwege de nauwe verwantschap met talen als het Fries, (Neder)Duits en Nederlands tot de West-Germaanse talen wordt gerekend. De taal is ontstaan in Engeland in de tijd van de Angelsaksen. Het is nu de lingua franca in grote delen van de wereld, als resultaat van de militaire, economische, culturele, wetenschappelijke en politieke invloed van het Britse Rijk gedurende de 18e, 19e en begin 20e eeuw[2] en de invloed van de Verenigde Staten vanaf het begin van de 20e eeuw tot op heden. Het Engels wordt tegenwoordig op grote schaal gebruikt als tweede taal of als officiële taal in de Gemenebestlanden, en is de voertaal van vele internationale organisaties. Zo is het een van de zes officiële talen van de Verenigde Naties.
De woorden Engels en Engeland zijn afgeleid van de benaming Angelen, een volk dat in de 5e eeuw vanuit Sleeswijk-Holstein de Noordzee overstak richting Groot-Brittannië. Dit volk was afkomstig van het schiereiland Anglia.[3]