Engelse literatuur

Geoffrey Chaucer, William Shakespeare, Jane Austen, Mary Shelley, Oscar Wilde, Virginia Woolf, T.S. Eliot, Doris Lessing, Salman Rushdie

Engelse literatuur is literatuur in het Engels, strikt genomen geschreven door ingezetenen van de Britse Eilanden (inclusief Ierland), van de 7e eeuw tot heden. Dit nationaal criterium (uit Engeland/Groot-Brittannië afkomstig zijn) blijkt in de praktijk – om historische en andere redenen – echter niet steeds te voldoen, zodat in vrijwel alle bekende geschiedenissen van de Engelse literatuur geen scherpe afbakening wordt gehanteerd. Zo worden enkele vooraanstaande 20e-eeuwse Engelstalige schrijvers als Joseph Conrad en Tom Stoppard, die buiten Groot-Brittannië zijn geboren, toch opgenomen in bloemlezingen en studies over Engelse literatuur. De belangrijkste Engelstalige literatuur geschreven buiten de Britse Eilanden wordt echter behandeld in afzonderlijke artikelen zoals Amerikaanse literatuur, Canadese literatuur en Australische literatuur. Voor anderstalige literatuur van Groot-Brittannië en Ierland, zie Britse literatuur, Schotse literatuur, Welshe literatuur en Ierse literatuur.

De geschiedenis van de Engelse literatuur begint in de vroege middeleeuwen, met het epische gedicht Beowulf als literair hoogtepunt in het Oudengels. De volgende mijlpaal is het werk van de 14e-eeuwse Middelengelse dichter Chaucer, die vooral herinnerd wordt als de auteur van The Canterbury Tales. Tijdens de Engelse renaissance beleefde het drama en de poëzie een bloeiperiode met schrijvers als Shakespeare en Jonson. Een andere grote dichter van de 17e eeuw was Milton, auteur van het epische gedicht Paradise Lost. Het einde van de 17de en het begin van de 18e eeuw zijn vooral geassocieerd met satire, onder meer herkenbaar in de poëzie van Pope en in de prozawerken van Swift. In de 18e eeuw zagen ook de eerste Britse romans het licht, terwijl de late 18e en vroege 19e eeuw de periode werd van de romantische dichters. In het Victoriaanse tijdperk, in de tweede helft van de 19e eeuw, werd de roman het overheersende literaire genre in het Engels, vooral gedomineerd door Charles Dickens. In de 20e eeuw werden de Ierse schrijvers Joyce en later Beckett de leidende figuren van de modernistische beweging, samen met de dichters Eliot (tot Brit genaturaliseerd) en de naar Londen verhuisde Amerikaan Pound. In de 20e en 21e eeuw zijn veel belangrijke in het Engels publicerende schrijvers zoals Rushdie afkomstig van buiten het Verenigd Koninkrijk. De term postmoderne literatuur wordt gebruikt om bepaalde tendensen te beschrijven van de literatuur van na de Tweede Wereldoorlog.


Developed by StudentB