Erich Friedrich Wilhelm Ludendorff | ||||
---|---|---|---|---|
Generaal Erich Ludendorff
| ||||
Geboren | 9 april 1865 Kruszewnia bij Schwersenz, Provincie Posen | |||
Overleden | 20 december 1937 Tutzing, Beieren, nazi-Duitsland | |||
Rustplaats | Neuer Friedhof, Tutzing, Beieren, Duitsland[1] | |||
Land/zijde | Duitse Keizerrijk | |||
Onderdeel | Deutsches Heer | |||
Dienstjaren | 1883 – 1918 | |||
Rang | General der Infanterie | |||
Slagen/oorlogen | Eerste Wereldoorlog | |||
Onderscheidingen | Grootkruis van het IJzeren Kruis[2] | |||
|
Erich Friedrich Wilhelm Ludendorff (Kruszewnia, 9 april 1865 – Tutzing, 20 december 1937) was een Duits generaal en politicus.
In de eerste maanden van de Eerste Wereldoorlog behaalde Ludendorff twee grote overwinningen. In de Slag om Luik en de Slag bij Tannenberg wist hij respectievelijk het Belgische en Russische leger grote nederlagen toe te brengen. Zijn benoeming in augustus 1916 tot Generalquartiermeister (Generaalkwartiermeester) maakte hem (met Paul von Hindenburg) het de facto hoofd en de leidende figuur achter de Duitse oorlogsinspanning tijdens de Eerste Wereldoorlog.
Dit bleef zo tot de keizer in oktober 1918 zijn ontslag aanvaardde. Dit nadat Ludendorff door een monumentale beslissing zowel het einde van de Eerste Wereldoorlog had ingeluid als de val van het Duitse keizerrijk en de start van de Duitse Novemberrevolutie.
Na zich enige tijd in Zweden te hebben teruggetrokken maakte hij in de loop van 1919 zijn rentree in de Duitse politiek. Hij werd een prominent nationalistisch leider en was een van de architecten van de dolkstootlegende. Zowel in 1920 in Berlijn (Kapp-putsch van Wolfgang Kapp) als in 1923 in München (Bierkellerputsch van Adolf Hitler) speelde Ludendorff een actieve rol bij mislukte pogingen tot staatsgreep met als doel de Weimarrepubliek te elimineren.