Fascisme | ||||
---|---|---|---|---|
De fasces, het symbool van de eerste fascisten
| ||||
Algemene info | ||||
Grondlegger(s) | Giovanni Gentile | |||
Ontstaan | 1919 | |||
Locatie | Italië | |||
Ideologen | Mussolini, Hitler, Franco, Strasser, Primo de Rivera, Ramos, Pavelić, Balbo, Codreanu, Sima, Gentile, D'Annunzio, Bottai, Ciano, Starace, Starhemberg, Darnand, Doriot, Déat, Araki, Kita, Mosley, Degrelle, Van Severen, Szálasi, Quisling, Salgado, Tiso, von Marées, Dugin | |||
Stromingen | ||||
Austrofascisme Ecofascisme Falangisme Hindu fascisme Islamofascisme Nazisme Rexisme | ||||
Organisaties | ||||
Politieke partijen | Nederland: NSB, NVU België: Rex, VNV, Verdinaso, DeVlag Duitsland: NSDAP Italië: PNF Verenigd Koninkrijk: BUF, BNP Spanje: FET y de las JONS | |||
|
Het fascisme (Italiaans: fascismo) is een extreme vorm van autoritair nationalisme en is antidemocratisch, anticommunistisch, antiliberaal en antiparlementair.[1] Het fascisme wordt als extreemrechts gezien binnen het politieke links-rechts spectrum.[2][3][4][5]
Het is een politiek stelsel dat onder meer werd ingesteld in Italië van 1922 tot 1943. In diezelfde periode van 1933 tot 1945 in Duitsland bloeide ook onder het bewind van Adolf Hitler en zijn partij de NSDAP het nationaalsocialistische bewind op, wat vaak met het fascisme in bredere zin vergeleken wordt. Het is gebruikelijk dat bij de toepassing van het fascisme er een partij of persoon alle macht neemt. In fascistische naties werd vaak door middel van partijmilities in uniform, massademonstraties, extreem nationalisme, het zoeken van publieke vijanden, nadruk op nationale frustraties en verheerlijking van de leider geprobeerd om het volk tot een nationale eenheid te smeden.
Fascisme in strikte zin is Italiaans en omvat niet het Duitse nationaalsocialisme, dat een andere maatschappijopvatting heeft met minder corporatisme. Toch worden beide stromingen – het nationaalsocialisme en het eigenlijke fascisme – vaak samen aangeduid met fascisme.
In Italië was het fascisme aan de macht van 1922 tot 1943, onder leiding van Benito Mussolini, die zich Il Duce (de leider) liet noemen. Heden ten dage heeft het de betekenis gekregen van een regeringssysteem dat op dat van Mussolini lijkt, met andere woorden een systeem dat de natie boven het individu stelt, met als uitvloeisel een in zo'n systeem legitiem gebruik van geweld, moderne propagandatechnieken en censuur om politieke tegenstand de kop in te drukken en daarmee het bestaan van het systeem te waarborgen. Vaak worden in een dergelijk systeem de economie en de sociale maatschappij verregaand van bovenaf gecontroleerd en gereglementeerd, waarbij nationalisme wordt omhelsd.
De term fascisme is afkomstig van de eerste door Mussolini opgerichte groepering (1919), de Fasci di Combattimento. Het Italiaanse fascio kan bundel betekenen in de zin van een politieke groepering.[6][7] Ook is er verwantschap met de Latijnse term fasces cum securibus, het Oud-Romeinse symbool van autoriteit (een bundel roeden om een bijl heen, waarvan het blad uitsteekt) en het recht om straf uit te delen.[6] Ambtsdragers in het oude Rome kregen een aantal lictoren, naargelang hun ambtelijke status, toegewezen die zulke roedenbundels voor hem uitdroegen. Het fascistische bewind verwees veelvuldig naar de gloriedagen van het Romeinse Rijk. De filosofische grondlegger van het fascisme is Giovanni Gentile.