Deel van een serie artikelen over Biochemie | ||||
---|---|---|---|---|
Ruimtelijke structuur van cytochroom c | ||||
Biomoleculen | ||||
Eiwit · Koolhydraat · Natuurproduct · | ||||
Stofwisseling | ||||
Anabolisme · Celademhaling · Eiwitsynthese · Katalyse · Fotosynthese · Katabolisme | ||||
Verwante onderwerpen | ||||
Bio-informatica · Enzymologie · Moleculaire biologie · Structuurbiologie | ||||
|
Fotosynthese (ook: koolstofdioxide-, koolzuur- of koolstofassimilatie) is een vorm van biosynthese, waarbij energie uit zonlicht wordt gebruikt om gasvormig koolstofdioxide om te zetten in de vaste stof glucose. Bij deze chemische reactie komt zuurstofgas vrij. Een deel van de gevormde glucose wordt via zetmeelsynthese vervolgens omgezet in zetmeel, dat in wortels, stengels, bladeren en zaden door de plant wordt opgeslagen.
Fotosynthese komt voor in de supergroep Archaeplastida, waaronder de landplanten, de verschillende groepen algen (bij voorbeeld de groen- en roodwieren), en enkele groepen bacteriën. Op sommige soorten bacteriën na, gebruiken alle fotosynthetiserende organismen naast koolstofdioxide ook water om glucose te maken.
Fotosynthetiserende organismen, organismen die energie vastleggen door middel van fotosynthese, worden fototroof of fotoautotroof genoemd. Autotrofe organismen gebruiken de aangemaakte glucose onder andere om zichzelf via de celademhaling van energie te voorzien. Autotrofen kunnen zichzelf bovendien synthetiseren: vanuit glucose worden, via "voortgezette assimilatie", cellulose, en aminozuren (en van daaruit eiwitten) aangemaakt, de bouwstoffen van de cellen. Hierdoor zijn autotrofe organismen onafhankelijk van andere organismen voor hun bestaan. Autotrofe organismen staan aan de basis van alle voedselketens en voedselpiramides van het ecosysteem aarde.
Naast fototrofe organismen zijn er ook chemotrofe organismen, die hun energie halen uit chemosynthese.