In een gasfabriek wordt door middel van droge destillatie van steenkool (verhitting zonder toetreden van zuurstof) lichtgas of cokesovengas en cokes verkregen. Lichtgasfabrieken hebben gasbereiding als hoofddoel en cokes zijn een bijproduct. Bij een cokesfabriek is het andersom, de cokes worden dan voornamelijk geproduceerd voor het smelten van ijzer en het fabriceren van staal. Door de ontdekking en toepassing van grote aardgasvelden waren gasfabrieken tegen het einde van de twintigste eeuw overbodig geworden.