Geneesmiddel

Esculaap
Neem het voorbehoud bij medische informatie in acht.
Raadpleeg bij gezondheidsklachten een arts.
Pillenbakje voor dagelijks gebruik, met vakindeling voor morgen, middag, avond en nacht
Tilidine, een pijnstiller

Een geneesmiddel, ook medicijn en medicament, is een chemische stof of complex van chemische stoffen met een beoogd farmacologisch, immunologisch of metabolisch effect op het (dierlijk of menselijk) lichaam.[1] De wetenschap van de geneesmiddelen heet farmacie. De wetenschap naar de effecten van geneesmiddelen in het menselijk lichaam (humane) farmacologie. Het voorschrijven van geneesmiddelen wordt ook wel farmacotherapie of geneesmiddelentherapie genoemd. Veel geneesmiddelen hebben een plantaardige, dierlijke of andere biologische oorsprong zoals respectievelijk de alkaloïden, bepaalde insulines of penicillinen, maar de meeste worden tegenwoordig synthetisch gemaakt. Vaak worden om praktische redenen grondstoffen van plantaardige of dierlijke oorsprong als uitgangsstof voor de synthese van geneesmiddelen gebruikt.

Volgens de definitie in de Nederlandse geneesmiddelenwet[1] hoeft een geneesmiddel dus niet altijd te genezen, en omvat het bijvoorbeeld ook diagnosemiddelen en middelen die preventief (profylactisch) worden ingezet. Zo vallen de volgende middelen onder de definitie van geneesmiddel:

  • middelen met een therapeutische (genezende) werking - bijvoorbeeld een antibioticum,
  • middelen met een profylactische (preventieve) werking - bijvoorbeeld een antimalariamiddel.
  • middelen die dienen om een diagnose te stellen - bijvoorbeeld oogdruppels die door de oogarts tijdens spreekuur worden gebruikt,
  • middelen die dienen om fysiologische functies bij de mens te herstellen, verbeteren of wijzigen - bijvoorbeeld een middel dat bij suikerziekte wordt gebruikt, bij een te hoog cholesterol of tegen te hoge bloeddruk.

In de praktijk zijn er, in vergelijking tot de totale hoeveelheid beschikbare middelen, slechts een zeer beperkt aantal die een genezende werking hebben en verreweg het overgrote deel van de medicijnen hebben geen genezende werking, maar worden gebruikt om fysiologische functies te beïnvloeden.

  1. a b In de Europese richtlijn (2001/83/EG) wordt de volgende definitie gegeven:
    "Geneesmiddel: elke enkelvoudige of samengestelde substantie, aangediend als hebbende therapeutische of profylactische eigenschappen met betrekking tot ziekten bij de mens of elke enkelvoudige of samengestelde substantie die bij de mens kan worden gebruikt of aan de mens kan worden toegediend om hetzij fysiologische functies te herstellen, te verbeteren of te wijzigen door een farmacologisch, immunologisch of metabolisch effect te bewerkstelligen, hetzij om een medische diagnose te stellen”
    Dit is nieuwe definitie ingevoerd door de Europese richtlijn 2004/27/EG van 31 maart 2004. De definitie in de Nederlandse "geneesmiddelenwet" is deels overgenomen uit deze richtlijn. In de Geneesmiddelenwet wordt de volgende definitie gegeven van een geneesmiddel:
    "Geneesmiddel: een substantie of een samenstel van substanties die bestemd is om te worden toegediend of aangewend voor dan wel op enigerlei wijze wordt gepresenteerd als zijnde geschikt voor: 1°. het genezen of voorkomen van een ziekte, gebrek, wond of pijn bij de mens, 2°. het stellen van een geneeskundige diagnose bij de mens, of 3°. het herstellen, verbeteren of anderszins wijzigen van fysiologische functies bij de mens door een farmacologisch, immunologisch of metabolisch effect te bewerkstelligen;".

Developed by StudentB