Wetenschapsgeschiedenis
|
|
Per tijdperk Exacte wetenschappen: Achtergrond |
Portaal Wetenschapsgeschiedenis |
De geschiedenis van de scheikunde is een onderdeel van de wetenschapsgeschiedenis en begint met het onderscheid tussen scheikunde en alchemie, dat Robert Boyle in zijn The Sceptical Chymist uit 1661 geeft. In de Oudheid was scheikunde voornamelijk verbonden met werktuiglijke handelingen. Het smelten van metalen zoals koper of ijzer uit ertsen, het maken van brons en glas, gebruik van kleurstoffen, het brouwen van bier, wijn produceren, leerlooien, het maken van zeep uit vetten, het maken van eenvoudige en natuurlijke geneesmiddelen of gif voor pijlen, ze kunnen allen als primitieve vormen van scheikunde worden gezien. Op dat moment was scheikunde eerder verbonden met ervaring en praktisch nut, terwijl de scheikunde van vandaag stoelt op een grote theoretische achtergrond en een groot aantal toepassingen in de industrie en laboratoria kent. Bovendien is de scheikunde in de loop der tijd verbonden geraakt met andere natuurwetenschappen, zoals natuurkunde, biologie en geologie.