Geschiedenis van de valuta van Tibet

De geschiedenis van de valuta van Tibet begon in de tijd, waarin Tibet geen eigen valuta had. Ruilhandel was in die tijd gewoon en voor de kleinhandel werden waardestukken gebruikt als goud, schelpengeld en stenen kralen. Enkele munten uit andere landen waren af en toe ook in gebruik.

Munten werden voor het eerst in grotere aantallen gebruikt in de 17e eeuw. Dit waren zilvermunten die op bestelling werden gemaakt in Nepal. Er waren echter verschillende problemen met dit systeem, waardoor rond 1763/64 en 1785 de eerste zilverstukken werden geslagen in Tibet. In 1792 werd met de eerste massaproductie van zilverstukken begonnen onder gezamenlijk Sino-Tibetaans gezag. Munten die een Tibetaanse inscriptie hadden werden naderhand vervangen door uitgiften die Chinese en Tibetaanse legendes droegen. Dit duurde tot de jaren 1830

In 1840 werd een puur Tibetaanse munt geslagen door de Tibetaanse autoriteit. Deze werd gemaakt tot 1954, met slechts twee korte interrupties waarin de Sino-Tibetaanse munten werden uitgegeven. In 1910 begon de regering van Tibet met de productie van een grote serie koper- en zilvermunten van verschillende denominatie en van 1918 tot 1921 werden goudstukken geslagen. Het eerste Tibetaanse bankbiljet werd in 1913 uitgegeven.

Van 1955 tot 1959 werden er geen Tibetaanse muntstukken meer gemaakt, hoewel de bankbiljetten nog tot 1959 werden gedrukt. Daarna werd Tibetaans geld geleidelijk aan vervangen door de Chinese munteenheid.

Tibetaans zilverstuk van 1 srang, gedateerd 15-43 (1909), voorzijde
Tibetaans zilverstuk van 1 srang, gedateerd 15-43 (1909), achterzijde
Sino-Tibetaans zilverstuk sho, gedateerd 58e jaar van het Qianlong-tijdperk, Chinees schrift, voorzijde
Sino-Tibetaans zilverstuk sho, gedateerd 58e jaar van het Qianlong-tijdperk, Tibetaans schrift, achterzijde

Developed by StudentB