De gezondheidszorg in een bepaald land is het geheel aan activiteiten dat gericht is op de verbetering van de gezondheid van de mensen in dat land. Onder de gezondheidszorg wordt niet alleen het onderzoek en de kennis van gezondheid begrepen, maar ook de toepassing van deze kennis om de gezondheid van mensen te verhogen, ziekten te voorkomen (preventieve gezondheidszorg) of te genezen, en het lichamelijk en psychisch functioneren te verbeteren. Met een zorgevaluatie kan gezondheidszorg getoetst worden. Wetenschappelijke bouwstenen leveren onder meer de biologie, scheikunde, natuurkunde en diverse sociale wetenschappen (bijvoorbeeld de medische sociologie en psychologie). Omdat de gezondheidszorg zich met het menselijk leven bezighoudt, spelen er diverse vraagstukken op het gebied van de medische ethiek zoals privacy, vrijheidsbeperking, abortus, euthanasie, klonen en genetische manipulatie.
In 2003 werd in Nederland 57,5 miljard euro aan de gezondheidszorg uitgegeven, hetgeen overeenkomt met ongeveer 12% van het bruto binnenlands product (bbp). Per inwoner ging het om een bedrag van 3.550 euro.[2] In 2005 is dit bedrag volgens het CBS gestegen naar 68,6 miljard euro. De kosten zijn volgens het CBS in 2017 verder opgelopen tot 97,5 miljard euro,[3] 13,3% van het bbp.