Gierzwaluwachtigen Fossiel voorkomen: Vroeg-Eoceen – heden | |||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
Gierzwaluw (Apus apus) | |||||||
Taxonomische indeling | |||||||
| |||||||
Orde | |||||||
Apodiformes Peters, 1940 | |||||||
Afbeeldingen op Wikimedia Commons | |||||||
Gierzwaluwachtigen op Wikispecies | |||||||
|
Gierzwaluwachtigen (Apodiformes), ook wel grootvleugeligen genoemd, zijn een orde van vogels. Tot deze orde behoren de gierzwaluwen, boomgierzwaluwen, en kolibries. Met meer dan 450 beschreven soorten vormen de gierzwaluwachtigen de grootste vogelorde na de zangvogels.
De naam Apodiformes betekent eigenlijk letterlijk: vogels zonder poten. Men meende vroeger dat gierzwaluwen hun hele leven in de lucht bleven en geen poten hadden. Dit is niet waar, ze hebben wel poten, maar het is inderdaad zo dat deze dieren wel erg veel van hun tijd in de lucht doorbrengen. Het zijn ware vliegkunstenaars. Dat laatste geldt ook voor de kolibries, die met gemak in de lucht stilzweven om nectar uit een bloem te drinken. Sommige kolibries zijn zelfs in staat achteruit te vliegen.
De orde is het meest verwant aan de nachtzwaluwachtigen, zoals uit DNA-analyse blijkt.[1] Er zijn drie families en bijna 500 soorten, waarvan meer dan 350 kolibries.[2] De oudste fossielen zijn bekend van het Vroeg-Eoceen, zoals Eocypselus of Primapus.