Glycolaldehyde | ||||
---|---|---|---|---|
Structuurformule en molecuulmodel | ||||
Structuurformule van glycolaldehyde
| ||||
Molecuulmodel van glycolaldehyde
| ||||
Algemeen | ||||
Molecuulformule | C2H4O2 | |||
IUPAC-naam | 2-hydroxyaceetaldehyde | |||
Andere namen | hydroxyaceetaldehyde, 2-hydroxyethanal | |||
Molmassa | 60,052 g/mol | |||
SMILES | O=CCO
| |||
CAS-nummer | 141-46-8 | |||
EG-nummer | 205-484-9 | |||
Wikidata | Q899877 | |||
LD50 (ratten) | 280 mg/kg | |||
Fysische eigenschappen | ||||
Aggregatietoestand | vast | |||
Dichtheid | 1,065 g/cm³ | |||
Smeltpunt | 97 °C | |||
Kookpunt | 131,3 °C | |||
Goed oplosbaar in | water en ethanol | |||
Geometrie en kristalstructuur | ||||
Dipoolmoment | 2,73 ± 0,05 D | |||
Tenzij anders vermeld zijn standaardomstandigheden gebruikt (298,15 K of 25 °C, 1 bar). | ||||
|
Glycolaldehyde is de eenvoudigste hydroxyaldehyde, bestaande uit een aldehyde en een hydroxylgroep, waardoor het formeel een koolhydraat is. Het behoort tot de aldosen en is het enige voorbeeld van een diose (een suiker met slechts 2 koolstofatomen). Het is een kleur- en reukloos poeder.
Glycolaldehyde vormt samen met propanal ribose, een essentieel deel van ribonucleïnezuur.
Glycolaldehyde wordt in het menselijke lichaam gevormd bij de afbraak van ethyleenglycol. Ook komt glycolaldehyde in het heelal voor.[1] Het wordt door de formose-reactie uit formaldehyde gesynthetiseerd en kan daarom al voor de prebiotische fase van de evolutie ontstaan zijn.