Golfbrekers zijn constructies die gebouwd zijn aan de kust, als onderdeel van de kustverdediging, of om een haveningang te beschermen tegen weersinvloeden en nadelige invloeden van zeestromingen langs de kust. Langs de Nederlandse kust bij Hoek van Holland, Scheveningen, IJmuiden en bij de Eemshaven en kleinere bij Cadzand en Breskens. In België bij Zeebrugge en Oostende en kleinere bij Nieuwpoort en Blankenberge. De woorden havenhoofd en golfbreker zijn bijna synoniemen. De term havenhoofd wordt vooral gebruikt als de nadruk ligt op geleiding van de stroming en de scheepvaart, terwijl golfbreker vooral gebruikt wordt als de nadruk ligt op het tegengaan van golfindringing. Niet alle golfbrekers zijn havenhoofden, kustparallelle golfbrekers die gebouwd worden om de kust tegen erosie te beschermen zijn duidelijk geen havenhoofd. Anderzijds is de Pollendam bij Harlingen geen golfbreker.
Het woord pier wordt vooral gebruikt voor een constructie waarover gewandeld kan worden. Soms is die speciaal voor dit doel gebouwd, zoals de Scheveningse pier of die van Brighton. Maar vaak kan ook over een golfbreker gewandeld worden, golfbrekers worden daarom soms ook een pier genoemd.
In de volksmond worden de kleinere strandhoofden ook vaak golfbrekers genoemd. Dit is echter fundamenteel onjuist, omdat strandhoofden een heel andere functie hebben en ook op een geheel andere manier werken. Strandhoofden hebben tot doel de brandingsstroom tegen te gaan en/of de getijstroom uit de kust weg te houden