Groenblijvend

Een tak van de zilverspar met naalden van drie opeenvolgende jaren

Groenblijvend is in de plantkunde een aanduiding voor planten die het hele jaar door bladeren hebben, dit in tegenstelling tot bladverliezende planten die kaal en bladerloos worden, doordat ze hun bladeren gedurende een periode van het jaar verliezen.[1][2][3]

Het behouden van de bladeren bij groenblijvende planten kan variëren van de duur van een jaar (bladval van oude bladeren spoedig nadat nieuwe bladeren zijn verschenen) tot een maximum van 45 jaar bij de naaldboom Pinus longaeva.[4] Er zijn echter zeer weinig soorten die hun bladeren meer dan vijf jaar behouden.

Een speciaal geval is de Welwitschia, een Afrikaanse naaktzadige, die maar twee bladeren aanlegt. Deze groeien gedurende het hele leven door, maar sterven uiteindelijk vanaf de uiteindes af waarbij het bladweefsel twintig tot veertig jaar goed blijft.

  1. Aerts, R. (1995). The advantages of being evergreen. Trends in Ecology & Evolution 10 (10): 402-407.
  2. Matyssek, R. (1986) Carbon, water and nitrogen relations in evergreen and deciduous conifers. Tree Physiology 2: 177–187.
  3. Sobrado, M. A. (1991) Cost-Benefit Relationships in Deciduous and Evergreen Leaves of Tropical Dry Forest Species. Functional Ecology 5 (5): 608-616.
  4. Ewers, F. W. & Schmid, R. (1981). Longevity of needle fascicles of Pinus longaeva (Bristlecone Pine) and other North American pines. Oecologia 51: 107-115.

Developed by StudentB