Grondrechten, ook wel fundamentele rechten of mensenrechten, zijn fundamentele onaantastbare rechtsnormen die aan burgers persoonlijke vrijheid en een menswaardig bestaan moeten verzekeren en die ingrijpen van met name de overheid moeten beperken. In Nederland zijn deze rechten vastgelegd in de hoogste nationale wet, de Grondwet. Grondrechten zijn publieke rechten die individuele burgers kunnen inroepen tegenover de overheid. In een aantal gevallen kunnen grondrechten ook tussen burgers dan wel private partijen onderling worden ingeroepen, de horizontale werking van grondrechten.
De termen grondrechten en mensenrechten worden veelal door elkaar gebruikt. In de Nederlandse Grondwet wordt voor het aanduiden van fundamentele rechten de term grondrechten gebruikt, met het gebruik van verschillende termen is niet bedoeld een inhoudelijk onderscheid te maken. In het algemeen zijn mensenrechten wereldwijd geldende rechten die voor alle mensen gelden, ongeacht het land waar ze verblijven. Grondrechten zijn de in nationale wetgeving vastgelegde rechten die alleen voor burgers van dat land gelden.
Op internationaal niveau zijn mensenrechten vastgelegd in verdragen geïnitieerd en/of opgesteld door internationale organisaties als de Verenigde Naties, de Raad van Europa en de Europese Unie. Deze verdragen gelden in de landen die het desbetreffende verdrag hebben ondertekend en geratificeerd. Wereldwijd geldt als belangrijk verdrag de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens (UVRM), aangenomen in 1948 om gruwelen en genocide zoals door de nazi's uitgevoerd in de toekomst te voorkomen.
De filosofie dat burgers grondrechten hebben is niet van alle tijden. Het idee kwam vooral in de periode van de Verlichting op, de eerste documenten zijn de Franse Verklaring van de Rechten van de Mens en de Burger van 1789 en de Amerikaanse Bill of Rights van 1791.
Grond- en mensenrechten zijn onder meer opgenomen in: