Groningen (stad)

Voor de gemeente, zie Groningen (gemeente).
Groningen
Stad in Nederland Vlag van Nederland
De 97 meter hoge Martinitoren (d'Olle Grieze) aan de Grote Markt (2006)
Groningen (Groningen)
Groningen
Situering
Provincie Groningen
Gemeente Groningen
Coördinaten 53° 13′ NB, 6° 34′ OL
Algemeen
Oppervlakte 83,72[1] km²
- land 78,94[1] km²
- water 4,8[1] km²
Inwoners
(2023-01-01)
206.010[1]
(2.461 inw./km²)
Inwonersnaam Groninger
- Bijnaam Stadjer, Molleboon
Woning­voorraad 109.034 woningen[1]
Overig
Netnummer 050
Woonplaats­code 1070
Belangrijke verkeersaders        
Stadsrechten ja
Website https://gemeente.groningen.nl/
Detailkaart
Kaart van Groningen
Topografie stad Groningen (2014)
Portaal  Portaalicoon   Nederland

Groningen uitspraak (Gronings: Grunn, Grunnen, [xrœ̝n̩] Fries: Grins, [ɡre:ⁿs]) is de hoofdstad van de Nederlandse provincie Groningen en de grootste kern in de gelijknamige gemeente. De plaats wordt in de provincie Groningen en delen van Drenthe kortweg aangeduid als de Stad.[2][3][4][5] In 2023 telde de stad Groningen 206.010 inwoners. Het is de grootste stad van noordelijk Nederland.

Van Groningen zijn geen geschreven stadsrechten bekend. Door de relatief geïsoleerde ligging ten opzichte van de opeenvolgende feitelijke machtscentra – Utrecht, Den Haag, en Brussel – was de stad historisch gezien vooral op zichzelf en de directe omgeving aangewezen. Als Hanzestad maakte Groningen deel uit van het Noord-Duitse handelsnetwerk, maar het werd later vooral een regionaal marktcentrum. Hierna ontwikkelde Groningen zich geleidelijk tot een invloedrijk machtscentrum. De stad kon gedurende de 15e eeuw, op het hoogtepunt van zijn macht, feitelijk als een stadstaat worden beschouwd.[6][7][8] Sinds de Republiek hoorde Groningen nominaal bij Nederland, maar tot aan de Franse Tijd bleef Groningen feitelijk een autonome stad, die heer was in het grootste deel van de provincie. Na de Franse Tijd verloor de stad haar overheersende positie in de provincie, hoewel de stad tot ver in de twintigste eeuw juridisch (bloot) eigenaar bleef van een aanzienlijk deel van alle gronden in de provincie.

Groningen ontwikkelde zich van een gemeente met 23.000 inwoners in 1795 tot een gemeente met ongeveer 100.000 inwoners in 1930. Aan het einde van de Tweede Wereldoorlog werd er gevochten in Groningen, en bij de bevrijding in 1945 ging een groot deel van de binnenstad in vlammen op. Groningen is een stad met gevarieerde handel en industrie. Groningen is ook een studentenstad met ruim 60.000 studenten, van wie er bijna 35.000 in de stad wonen (2018).[9]

  1. a b c d e Tabel: Bevolking; maandcijfers per gemeente en overige regionale indelingen, 1 januari 2023, Centraal Bureau voor de Statistiek, Voorburg/Heerlen
  2. Spreekt men in deze provincie van: de stad, of van: stad, dan bedoelt men Groningen (Grönen), want Winschoten en Appingedam worden niet voor steden gerekend. In: Molema, H. (1887/1985) Woordenboek der Groningsche volkstaal in de 19e eeuw, p. 398. Groningen: Wolters Noordhoff / Bouma's Boekhuis. ISBN 90 6243 045 7
  3. /instituut voor de Nederlandse taal/ (1926/2007) WNT, lemma Stad.
  4. Ter Laan, K. (1980) Nieuw Groninger Woordenboek, p. 955, Groningen: Wolters-Noordhoff / Bouma's Boekhuis. ISBN 90 6088 044 7
  5. Reker, Siemon (1995) Zakwoordenboek Gronings-Nederlands/Nederland-Gronings, p. 198, Veendam: Staalboek. ISBN 90-72398-16-X
  6. Jan van de Broek, in het boek Groningen, een stad apart. Over het verleden van een eigenzinnige stad (1000–1600), Assen: Koninklijke Van Gorcum B.V. 2007, p.71:
  7. Meindert Schroor, Stadstaat Groningen, Regio-Projekt 1999
  8. De geschiedenis van Groningen – deel I, hoofdstuk IV, R.W.M. Van Schaik
  9. Het aantal studenten in Groningen. Gearchiveerd op 2 september 2021.

Developed by StudentB