De Gupta's (Sanskriet: gupta) waren een dynastie in het noorden van zuidelijk Azië (India) tussen de laat 3e en 6e eeuw. In de 4e en 5e eeuw heersten ze over een rijk dat vrijwel het hele noorden van India besloeg. Hoewel hun rijk nooit zo groot was als het eerdere Mauryarijk of het latere Mogolrijk, worden de Gupta's als een van de belangrijkste dynastieën in de Indische geschiedenis beschouwd. Dat is vooral vanwege de maatschappelijke en culturele ontwikkelingen onder hun heerschappij. In de periode voor de Gupta's hadden invallen van volkeren uit het noordwesten politieke instabiliteit, maar ook culturele uitwisseling gebracht. Onder de Gupta's beleefde India een stabiele periode, waarin de handel met het Middellandse Zeegebied, China en Centraal- en Zuidoost-Azië grotere welvaart bracht. De wetenschap, nijverheid, literatuur en kunsten bloeiden op. De Gupta's stimuleerden een groeiende interesse in oude Vedische teksten en brahmanistische rituelen. Tegelijkertijd ontstonden nieuwe cultusvormen gebaseerd op persoonlijke devotie. Beide ontwikkelingen stonden aan de basis van het ontstaan van het moderne hindoeïsme. In de Guptaperiode had India een grote culturele invloed op andere delen van de wereld, met name Centraal-Azië, Zuidoost-Azië en China. De kunst en architectuur uit de Guptatijd zetten ook de standaard voor latere ontwikkelingen in India zelf. De politieke en religieuze instituten van de Indische maatschappij zouden vanaf de Gupta's tot de 13e eeuw ongewijzigd blijven.