Heide of hei is een benaming voor vegetatie die vooral bestaat uit dwergstruiken uit de heidefamilie.
Heide komt in een beperkt aantal landen voor. Behalve in Nederland en België ook in de kuststrook van West-Europa, Groot-Brittannië en Ierland. Het is een typische vegetatie die zich thuis voelt in streken waar een zeeklimaat heerst, met een hoge luchtvochtigheid en niet al te warme zomers en geen strenge winters.
De natuurlijke verspreiding van heidevegetaties bestaat uit ontkalkte delen van het duinlandschap (met name in Noord-Nederland), gebergtes boven de boomgrens en de randen van hoogvenen. De heide in het binnenland is een cultuurlandschap ontstaan door onttrekking van voedingsstoffen door begrazing en afplaggen van zandige gronden.[1] Uit pollenanalytisch onderzoek blijkt dat ook in het binnenland altijd wel heidevegetaties voorkwamen, maar de grote boomloze heidevelden en de zandverstuivingen zijn ontstaan door de intensivering van de schapenteelt gedurende de Middeleeuwen.[2]