Herfsttijloos | |||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Taxonomische indeling | |||||||||||||||||
| |||||||||||||||||
Soort | |||||||||||||||||
Colchicum autumnale L. (1753) | |||||||||||||||||
Bloem | |||||||||||||||||
Afbeeldingen op Wikimedia Commons | |||||||||||||||||
Herfsttijloos op Wikispecies | |||||||||||||||||
|
De herfsttijloos (Colchicum autumnale, synoniem: Colchicum multiflorum) is een plant uit de herfsttijloosfamilie (Colchicaceae). De soort stamt uit West-Azië en het Middellandse Zeegebied[bron?], maar komt nu in geheel Europa voor, met uitzondering van het noorden. De plant komt vooral voor in bossen, langs duinpaden en in vochtige weilanden. De soort is in Nederland zeldzaam in het wild en sinds 1950 met 25-50 % in aantal teruggelopen.[1] Hij staat op de Nederlandse Rode lijst als kwetsbaar. In Nederland is de plant sinds 1 januari 2017 niet meer wettelijk beschermd. In België is de herfsttijloos plaatselijk algemeen in het zuiden en zuidoosten en zeldzaam in de rest van het land.
De Nederlandse naam slaat op het nog geen bladeren hebben bij de bloei. De plant is giftig, ook voor dieren en mag dan ook niet door dieren gegeten worden. Het is een bolgewas waarvan de bloem lijkt op die van een krokus. De plant bloeit in de herfst, maar de bladeren en vruchten komen pas in het voorjaar tevoorschijn. Herfsttijloos kan gebruikt worden als droogbloeier, wat wil zeggen dat de bol tijdens de bloei geen water opneemt en geen wortels en bladeren vormt.
De bloem heeft drie stijlen en zes meeldraden en onderscheidt zich op deze wijze van de krokus, die drie meeldraden heeft. De stempels zijn gebogen en lopen af op de stijlen. Drie meeldraden zijn hoger geplaatst dan de drie andere.[2]
De meest gekweekte herfsttijloos is de oosterse hybride Colchicum ×byzantinum, die veel meer en grotere bloemen heeft.