Herzogtum Sachsen Land in het Heilige Roomse Rijk | |||||
---|---|---|---|---|---|
| |||||
Symbolen | |||||
| |||||
Algemene gegevens | |||||
Hoofdstad | Dresden | ||||
Talen | Duitse dialecten | ||||
Religie | Rooms-katholiek Luthers (vanaf 1539) | ||||
Politieke gegevens | |||||
Regeringsvorm | Wereldlijk, rijksvorstendom | ||||
Staatshoofd | Hertog | ||||
Dynastie | Huis Wettin (Albertijnse linie) | ||||
Kreits | (Opper)saksische Kreits |
Het hertogdom Saksen (Duits: Herzogtum Sachsen) was een middelgroot land in het Heilige Roomse Rijk. Het werd geregeerd door de jongere Albertijnse linie van het huis Wettin.
Het land bestond uit twee delen, die van elkaar gescheiden werden door het keurvorstendom Saksen, dat geregeerd werd door de oudere Ernestijnse linie van het huis Wettin. Het noordwestelijke deel lag in het noorden van Thüringen en het gebied rond de handelsstad Leipzig. Het zuidoostelijke deel lag aan de bovenloop van de Elbe en op de noordelijke hellingen van het Ertsgebergte. De belangrijkste steden in dit deel van het land waren Meißen, St. Annaberg en de hoofdstad Dresden. Het hertogdom werd in 1500 ingedeeld bij de Oppersaksische Kreits.
Het hertogdom Saksen ontstond in 1485 toen het keurvorstendom Saksen in tweeën werd gedeeld. Hierdoor ontstonden twee landen die Saksen genoemd werden: het Ernestijnse keurvorstendom en het Albertijnse hertogdom. Tijdens de Schmalkaldische Oorlog van 1546-1547 koos hertog Maurits de zijde van de keizer Karel V tegen de keurvorst van Saksen, Johan Frederik I van Saksen, lid van de Schmalkaldische Bond, een alliantie van protestantse vorsten en steden. Na de overwinning van de keizer werd Maurits hiervoor beloond met het grootste deel van de Ernestijnse gebieden en de keurvorstelijke rechten. Het hertogdom ging op in het nieuwe Albertijnse keurvorstendom, terwijl de overgebleven Ernestijnse gebieden in Thüringen gedegradeerd werden tot hertogdom Saksen.[1]